EGO TRIP

In hun nieuwste werk «Ego Trip», overdenken Anton Benois en Beth Dillon de verbeelding van natuur en reizen in de huidige consumentencultuur. In een reeks van landschapsstudies, weergegeven in video’s, gekostumeerde performances en installaties, zetten ze zich op een speelse manier met de betekenis van de wildernis en de trekster uiteen en hoe deze in mode- en toerisme-reclames ingezet wordt. Tijdens hun verblijf in Enschede heeft het duo een reeks reiskostuums en accessoires gemaakt voor de hedendaagse nomade. De bijbehorende video volgt een tweetal pelgrims van de wildernis tijdens hun wandeling door de Twentse bossen terwijl ze een relatie aangaan met elkaar en de natuur. Naast de video is een gemengde media installatie op basis van sculpturen onderdeel van het werk van Dillon en Benois. Dit onderdeel experimenteert met het verzamelen en tonen van objecten zoals souvenirs en trofeeën van reiservaringen.

Het centrale motief van deze serie is de kunstmatige Dieffenbachia varen, een overblijfsel van eerder werk, gemaakt tijdens een artist residency in het verre noorden van IJsland. Voor Dillon en Benois, symboliseert de kunstmatige varen de ontvluchtende fantasieën van reizen en het desoriënterende effect dat de constante verplaatsing op je gevoel van eigenwaarde en levensdoel kan hebben. De kunstmatige varen – altijd groen, eeuwige implantaat, keert telkens terug in hun gezamenlijke werk als een icoon van vercommercialiseerde natuur, als een fetisj object van verleiding. In «Ego Trip», is de Dieffenbachia een logo geworden, gedragen door de hedendaagse nomaden in hun zoektocht naar zelfontdekking in afgelegen en onbekende landschappen.

EGO TRIP

In their latest collaborative work «Ego Trip», Anton Benois and Beth Dillon consider representations of nature and travel in contemporary consumer culture. A series of landscape studies in video, costumed performance and sculpture play with constructions of the wilderness and the wanderer in fashion and tourism advertising. During their time in residence at ARE, the duo have created a range of travel suits and accessories for the contemporary nomad. An accompanying video series follows a pair of wilderness pilgrims as they wander the Twente woods, bonding with nature, and each other. The third component, a mixed media sculptural installation, experiments with the collection and display of souvenirs as trophies of travel experiences.

The series takes as its central motif the figure of an artificial Dieffenbachia fern, a relic from a previous work created during an artist residency in far north Iceland. To Dillon and Benois, the artificial fern symbolises the escapist fantasies of travel, and the disorienting effects of constant relocation on one’s sense of self and purpose. The artificial fern - evergreen, eternal implant, appears in their work again and again as an icon of commodified nature, and a fetishized object of the lure of elsewhere. In «Ego Trip» the Dieffenbachia becomes a logo worn by the contemporary nomad as they pursue self-discovery in landscapes of the remote and unfamiliar.